Definitie 

In tegenstelling tot turnen, is acrogym een teamsport. Er worden elementen getoond waarbij samenwerking en vertrouwen van belang zijn. Het maken van torens met meerdere personen, een partner de lucht in gooien en ook weer opvangen, een band opbouwen als team.

Teamsamenstellingen:

  • Dames paar (2 vrouwen)
  • Dames trio (3 vrouwen)
  • Heren paar (2 mannen)
  • Heren groep (4 mannen)
  • Mix-paar ( jongen en meisje)

Niveau's 

Als eerste is er het recreatief niveau. Dit is het laagste niveau waarbij de liften, sprongen en individuele delen simpel zijn. Dan zijn er de D-, C-, B- en A-niveaus. A is het hoogste niveau. Om bijvoorbeeld in B-niveau te geraken moeten de delen moeilijk genoeg zijn. Elk deel is een aantal punten waard. Door deze punten op te tellen kan iemand zien of hij voldoende heeft om in B-niveau te komen.

  • In de A-lijn laat je 3 oefeningen zien : een tempo-oefening, een balans-oefening en een combinatie-oefening.
  • In de B-lijn en C-lijn laat men 2 oefeningen zien: een tempo-oefening en een balans-oefening
  • In de D-lijn en E-lijn laat men enkel een combinatieoefening zien. (met tempo- en balanselementen)

Oefening

De oefening vindt plaats op een vierkante vloer. Deze 'vloer' is eigenlijk een goed verende mat (meestal blauw of rood van 12 bij 12 meter). De oefening, op muziek (mag niet langer dan 2 min 30 s zijn anders worden er punten afgetrokken) bestaat uit een aantal turnonderdelen en choreografie, aangevuld met acrobatiek/liften gymnastiek. Deze elementen zijn onderverdeeld in balanselementen, tempo-elementen en individuele elementen. Een balanselement is dat je als het ware niet beweegt, bijvoorbeeld een  handstand. Een tempo-element is als er gegooid word. Bijvoorbeeld een salto vanaf de onderpartner (diegene die iemand omhoog gooit). De individuele delen doe je alleen. Bijvoorbeeld handstand hele draai, maar ook tumblingsprongen zoals arabier flikflak.

Contactsport

Het is de bedoeling dat je als team gezamenlijk op muziek de oefening maakt. Je raakt elkaar als partner aan binnen de oefeningen, zowel hand-handcontact, als hand-voetcontact, als voet-voetcontact tussen de partners onderling. Ook kan er gesteund worden op andere lichaamsdelen zoals op de heupen of bovenbenen. In de dans gaan de partners vaak uit elkaar. Ook in de tempo-onderdelen moet de bovenpartner een moment los komen van de onderpartner. Dat is een eis, iets waaraan je oefening moet voldoen.